13 Oct De hervorming van de pensioenen/Het zweedse programma (13.10.2014)
Tijdens de tweede week van oktober raakte het akkoord dat tussen de partners van de toekomstige regering werd gesloten, bekend. Hieronder geven wij u een overzicht van de belangrijkste maatregelen, zoals zij in het regeerakkoord werden opgenomen.
De regering zal de voorwaarden om het pensioen op te nemen aanpassen
De wettelijke pensioenleeftijd wordt in 2025 verhoogd naar 66 jaar en zal in 2030 67 jaar bedragen.
Het recht op economische werkloosheid evenals arbeidsongeschiktheidsuitkeringen kan worden geopend voor mensen die blijven werken na 65 jaar. De voorwaarden voor toekenning zullen worden bepaald door de regering.
De maxima inzake toegestane beroepsinkomsten zullen in cumulatie met een na de wettelijke pensioenleeftijd of 45 jaar loopbaan ontvangen rustpensioen worden afgeschaft.
Conform de regeling voor het vervroegd pensioen, in 2015 en 2016, blijven de leeftijdsvoorwaarden en de loopbaanvoorwaarden behouden. Daarna zal de loopbaanvoorwaarden naar 41 jaren gaan in 2014 en naar 42 jaren in 2019. De leeftijd waarop men vervroegd pensioen kan nemen is verlengt naar 62,5 jaar in 2017 en 63 jaar in 2018.
De loopbaanvoorwaarden voor uitzonderingen zullen voor zeer lange loopbanen opgetrokken worden om in 2019 nog op 60 of 61 jaar met pensioen te kunnen gaan. De loopbaanvoorwaarde zal vanaf 2019 44 jaar bedragen om op 60 jaar met pensioen te gaan en 43 jaar om op 61 jaar met pensioen te gaan.
Wie vóór eind 2016 aan de voorwaarden voldoet om op vervroegd pensioen te vertrekken, behoudt deze voorwaarden ongeacht de latere werkelijke ingangsdatum van zijn pensioen.
De overgangsmaatregelen van de pensioenhervorming van 2011 blijven gelden. Voor de nieuwe hervormingen zal gelden : wie in 2016 net niet aan de loopbaan- en leeftijdsvoorwaarden voldoet, 58 jaar is en onder de oude regeling op één, twee of drie jaar van zijn vervroegd pensioen stond, zou onder de nieuwe regeling in een aantal gevallen drie, vier of vijf jaar langer moeten werken dan voorzien. Daarom is bij wijze van overgangsregeling voorzien dat het aantal bijkomend te werken jaren beperkt is tot twee. Voor personen die in 2016 59 jaar of ouder zijn en zich in dezelfde situatie bevinden, zal het aantal bijkomend te werken jaren beperkt zijn tot één.
Vanaf 1 januari 2015 wordt de leeftijdsvoorwaarde voor alle nieuwe algemene CAO’s SWT en CAO 17 verhoogd van 60 naar 62 jaar voor de nieuwe instromers. Werknemers die reeds in opzeg geplaatst zijn uiterlijk op datum van 31/10/2014 kunnen nog een beroep doen op de huidige voorwaarden.
Vanaf 1 januari 2017, wordt de leeftijdsvoorwaarde voor SWT in geval van ondernemingen in moeilijkheden/herstructurering verhoogd naar 60 jaar voor de nieuwe instromers. Werknemers van bedrijven die op basis van hun erkenning als onderneming in moeilijkheden/herstructurering afgeleverd op uiterlijk 31/12/2016 kunnen nog een beroep doen op de huidige voorwaarden.
Vanaf 1 januari 2015 wordt de leeftijdsvoorwaarde voor SWT van de stelsels 33 jaar beroepsverleden (zware beroepen) en 40 jaar beroepsverleden (lange loopbaan) verhoogd naar 58 jaar voor de nieuwe instroom. Op 1 januari 2017 wordt de leeftijdsvoorwaarde verder verhoogd naar 60 jaar. Werknemers die reeds in opzeg geplaatst zijn uiterlijk op 30/10/2014 kunnen nog een beroep doen op de huidige voorwaarden.
Overlevingspensioenen
Vanaf 2025 zal de optrekking van de leeftijd vanaf dewelke het overlevingspensioen wordt toegekend, verder opgetrokken worden naar 55 jaar met één jaar per kalenderjaar.
Pensioenbonus
De pensioenbonus zal afgeschaft worden vanaf 1 januari 2015 voor zij die niet aan de voorwaarden voldoen om hem op te bouwen. De huidige regels zullen behouden blijven voor zij die op dezelfde datum bezig zijn rechten op te bouwen voor de pensioenbonus.
Gelijkgestelde periodes
De regering zal bovendien de gelijkstellingen tussen de verschillende pensioenstelsels harmoniseren. Ze zal deze wegen in functie van twee criteria : het al dan niet vrijwillig karakter, enerzijds, en, de maatschappelijke meerwaarde van de periodes die gedekt worden door een gelijkstelling, anderzijds.
Gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbreking en thematische verloven worden volledig en aan het laatst verdiende loon gelijkgesteld. De gelijkstelling voor niet-gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbrekingen wordt afgeschaft. De uitzonderlijke landingsbanen tussen 50 en 54 jaar doven uit en de grens van 55 jaar wordt voor eerste aanvragen vanaf 1 januari 2015 op 60 jaar gebracht.
Deelname op de arbeidsmarkt
Er is sprake van het invoeren van, enerzijds, een nieuw model zodat de werknemers een loon ontvangen dat meer overeenstemt met hun competenties en productiviteit, in plaats van een loutere lineaire toename in functie van leeftijd en anciënniteit en, anderzijds, het invoeren van een ‘loopbaanrekening’ die de werknemers in staat stelt om tijd en/of een loon te accumuleren. Zij kunnen deze tijd en/of dit loon vervolgens gebruiken om hun loopbaan tijdelijk te onderbreken, om de overgang tussen twee banen te overbruggen (als aanvulling bij hun werkloosheidsuitkering) of om hun wettelijk pensioen aan te vullen; in deze spaarrekening kunnen het tijdskrediet, de loopbaanonderbreking en alle soortgelijke stelsels worden geïntegreerd.
Pensioenberekening
De regering zal een wettelijke basis, met inwerkingtreding ten laatste in het jaar 2030, opstellen voor een puntensysteem voor de pensioenberekening, dat een correcte weerspiegeling van opgebouwde rechten is.
Het pensioen van de ambtenaren
De regering zal een pensioenhervormingen tot stand brengen die een harmonisering met de wetgeving van stelsels van de privé-sector beogen. Bepaalde maatregelen zullen bestudeerd worden. Waaronder de volgende :
- De mate waarin een uitfasering met 6 maanden per kalenderjaar van de diplomabonificatie vanaf 2015 mogelijk is voor de loopbaanvoorwaarde voor het vervroegd pensioen; een uitfasering van de diplomabonifactie voor de berekening van het pensioenbedrag door een regularisatie van de studieperiodes via een persoonlijke bijdrage;
- Een maatregel zal genomen worden zodat alle pensioenrechten opgebouwd worden, zowel voor de berekening als voor de toegang tot het vervroegd pensioen, aan tantième 1/60 (behalve zware beroepen);
- Het uitvoeren van het arrest van het Grondwettelijk Hof, zodat verschillen in behandeling tussen de pensioenreglementering van het personeel van de geïntegreerde politie en de pensioenwetgeving van het algemeen stelsel die niet objectief te verantwoorden zijn, opgeheven worden. Personeelsleden bij de politie die voor de datum van het arrest (10 juli 2014) hun pensioen hadden kunnen aanvragen, zullen onder de bestaande voorwaarden voor het pensioen blijven vallen. Er zal voor politiepersoneel dat 53 jaar is op 10 juli 2014 in een niet verplicht overgangsregeling voorzien worden via de invoering van een eindeloopbaanregime (het aanvragen van een aangepaste functie) en, bij gebrek hieraan, een tijdelijke en uitdovende bezoldigde afwezigheid in non activiteit in het statuut van de politie op 58 jaar en ten vroegste vanaf het moment dat ze minder dan 4 jaar van hun mogelijke opname van het vervroegd pensioen verwijderd zijn.
In alle gevallen blijven de verworven pensioenrechten in het overheidssysteem behouden.
Alle maatregelen zullen het voorwerp moeten uitmaken van sociaal overleg en zullen, misschien, niet als dusdanig worden toegepast, in zoverre de pas geïnstalleerde regering de op- en aanmerkingen van de sociale partners in overweging zal nemen.