28 Jan De hervorming van het pensioenstelsel voor werknemers
Dhr. Daniel Bacquelaine licht een tipje van de sluier op bij de hervorming van de pensioenen van de werknemers.
De Minister van Pensioenen wil het grensbedrag verhogen dat gebruikt wordt om het maximale pensioen te berekenen. Deze hervorming zou in voege treden vanaf 2017. Voor het jaar 2015 werd de limiet vastgesteld op € 53.528, bruto op jaarbasis.
Fediplus vraagt reeds jaren voor de aanpassing van dit plafond, dit ter versteviging van het verzekeringsprincipe in de berekening van het pensioen. Hierdoor zal het pensioenbedrag meer in lijn liggen met de gerealiseerde inkomsten over de ganse loopbaan. Fediplus eist een verhoging van 25%. Deze verhoging zou men kunnen spreiden over meerdere jaren.
Fediplus eist eveneens :
De herinvoering van een herwaarderingscoëfficiënt in de berekening van het pensioen
Deze werd in 2005 afgeschaft en liet toe de lonen van de jaren 1955 tot 1974 te herwaarderen.
We stellen voor om een mechanisme in te voeren in de berekening van het pensioen die rekening houdt met de evolutie van de lonen.
Herinvoering van de pensioenbonus
Sinds 1 januari 2015 is de pensioenbonus afgeschaft behalve voor de personen die ten laatste op 1 december 2014 aan de voorwaarden beantwoordden om de bonus te krijgen of verder op te bouwen.
De bonus bestaat uit een forfaitair bedrag per bijkomende actieve werkdag, 12 maanden nadat men aan de voorwaarden voldoet om met vervroegd pensioen te kunnen gaan.
We zijn van mening dat een dergelijke bonus een middel is om mensen langer aan het werk te houden.
Een verhoging van het minimumpensioen
Een verhoging van het minimumpensioen is noodzakelijk teneinde niet in armoede te belanden. We stellen een bedrag van €1.263,60 per maand voor, wat op niveau ligt met een werkloosheidsuitkering die men ontvangt in een stelsel van SWT (Brugpensioen)
Indien de loopbaan minder dan 45 jaren, of een equivalent van 30 jaren bedraagt, zal een minimum pensioen, pro-rata berekend, toegekend worden.
Fediplus steunt het voorstel van de Minister om het minimum pensioen toegankelijker te maken, dit door rekening te houden met de gepresteerde jaren in de openbare sector om aan de loopbaanvoorwaarde te voldoen om een minimum pensioen te bekomen. Deze voorwaarde bedraagt momenteel 30 jaar, de Minister stelt voor deze te verlagen tot 20 jaar effectief gewerkt.
De Minister voorziet nog een verhoging met 1% van het minimumpensioen, dat momenteel €1.145,80 bedraagt voor een alleenstaande (of € 1.431,80 voor een gezin)
De Minister wil eveneens een loopbaan van meer dan 45 jaar herwaarderen. Op dit ogenblik tellen werkdagen boven de 14.040 (zijnde 45 jaar aan 312 dagen) niet meer mee voor de berekening van het pensioen. Dit is wat men de “eenheid van loopbaan” noemt. Dhr. Bacquelaine wil dit principe opheffen, maar enkel voor de echt gepresteerde dagen. Kortom, een gepresteerde dag boven de 14.040 zal dus enkel maar tellen indien men effectief werkt.
Uiteindelijk, wenst de Federale overheid meer gewicht toekennen aan de periodes van werk voor de berekening van het pensioen. Een persoon die zijn volledige loopbaan gewerkt heeft, zal meer pensioen ontvangen dan iemand die lange periodes van werkloosheid gekend heeft.
Voor een overzicht van onze eisenbundel te consulteren, kan u ons Memorandum op de website terugvinden.
Betreffende de wijziging van de inhouding van de solidariteitsbijdrage en de herziening van de conversie parameters bij de omzetting van het kapitaal naar fictieve rente, volgens inlichtingen bekomen bij het kabinet van de minister, is er nog niets voorzien op dit ogenblik. Men moet de budgettaire besprekingen afwachten in de zomer voor meer info. Geduld!