De Pensioenhervorming in België: wat mensen erover zeggen

De Pensioenhervorming in België: wat mensen erover zeggen

In een context van de eisenbundel met betrekking tot pensioenen (zie hierover ons nieuws van 12 december jl. over de Franse situatie https://www.fediplus.be/de-pensioenhervormingen-in-frankrijk/?lang=nl, lezen we met belangstelling de positie van het ABVV die deze woensdag werd verspreid door Jean-François Tamellini, in  la Libre Belgique. Als vakbondsposities verdedigbaar zijn, zijn we het niet helemaal eens met bepaalde punten. Wij vertellen u waarom … 

Halftijds pensioen 

Fediplus is voorstander van een deeltijdpensioen omdat het slechts een extra mogelijkheid is voor werknemers. Het kan niet verplicht worden en het recht op tijdskrediet aan het einde van de carrière met Rva uitkering moet worden gehandhaafd blijven vanaf de leeftijd van 60 (mits 25 jaar loopbaan). Daarnaast eisen wij het recht op een einde loopbaan tijdskrediet met Rva uitkering vanaf 55 jaar (bij 4/5e) en vanaf 57 jaar (op ½ tijdsmits 35 jaar loopbaan. 

Het pensioen met punten 

Fediplus staat positiever t.o.v.een wijziging van de formule voor het berekenen van het werknemerspensioen in plaats van een pensioenstelsel gebaseerd op punten. Wij stellen voor: 

  • Een geleidelijke verhoging van het vervangingspercentage van het gemaximaliseerde inkomen dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het pensioen van zelfstandigen en werknemers tegen het tarief van alleenstaande. 
  • Een geleidelijke verhoging van de loonplafonds van werknemers met 25%. 
  • De herinvoering van het pensioenbonus systeem. Na een loopbaanduur van 43 jaar wordt een pensioenbonus verkregen met het oog op de stimulatie van het verlengen van de loopbaan. 
  • De herinvoering van een welzijnscoëfficiënt bij de herwaardering van de verloning van werknemers. Met andere woorden, oude lonen moeten niet alleen de indexering volgen, maar de werkelijke evolutie van de lonen volgen. 

Terugkeer naar het pensioen vanaf 65 jaar, rekening houdend met de zware beroepen 

Momenteel gaat dwettelijke pensioenleeftijd in vanaf 65 jaar. Maar vanaf 1 januari 2025 stijgt dit naar 66 jaar en 1 januari 2030 wordt dit 67 jaar Sinds 1 januari 2019 moet u om met vervroegd pensioen te gaan 63 jaar en 42 jaar loopbaan aantonen of 60 jaar met 44 jaar loopbaan of 61 jaar/62 jaar en 43 jaar loopbaan. In 2012 kon u vanaf 60 jaar en 35 jaar loopbaan met pensioen! 

Werknemers moeten dus langer werken. Deze regels zijn geldig voor alle pensioenstelsels. 

In het geval van een zwaar beroep moeten werknemers sneller aan de loopbaanvereiste kunnen voldoen. Dit is al het geval voor ambtenaren via het preferentiële tantièmes mechanisme. We stellen voor deze preferentiële tantièmes af te schaffen en te vervangen door een gelijkwaardig systeem in de 3 pensioenstelsels. 

De sociale partners hebben al een overeenstemming rond de 4 categorieën zware beroepen: 

  • Moeilijke werkomstandigheden vanwege fysieke beperkingen m.b.t. de werkomgeving of vanwege de fysieke belasting 
  • Moeilijke organisatie van het werk 
  • Hoge veiligheids risico’s, gevaarlijk werk 
  • Moeilijkheden van mentale of emotionele aard. 

Op basis van deze criteria moeten ze een lijst van zware taken en hun mate van moeilijkheid definiëren. Zonder overeenstemming hierover moet de pensioenleeftijd op 65 jaar blijven en die bij vervroegde uittreding 62 en 40 jaar carrière (situatie in 2016). 

Minimumpensioen van 1500 euro (bij een volledige loopbaan) 

We stellen in een eerste fase voor om het minimumpensioen voor werknemers en zelfstandigen af ​​te stemmen op dat voor ambtenaren. Dus een aanpassing van 1.266,36 naar 1.365,66 bruto/maand. 

De hele loopbaan (werknemer, ambtenaar en zelfstandige) moet in aanmerking genomen worden bij de toekenning van het minimumpensioen. Een minimum van 30 jaar carrière is vereist om te genieten van het gewaarborgd pensioen (dat zal worden berekend in verhouding tot de loopbaan). Dus voor een carrière van 30 jaar als werknemer hebben we recht op 30/45 x 1.236,36 of € 844,24. We wensen dat de loopbaan van een ambtenaar ook in deze 30 jaar kan meetellen. 

Herfinanciering van de pensioenen en sociale zekerheid 

De financiering van pensioenen is gedeeltelijk afhankelijk van de heffing van sociale premies. Hoe langer we werken, hoe langer de carrière, hoe beter de pensioenen worden gefinancierd. 

De beste manier om de pensioenen te financieren in de toekomst, is door het verlengen van de loopbaan. 

Er moet echter worden nagedacht over de verlaging van de sociale premies, die nodig kan zijn om de arbeidsmarkt te stimuleren en de compensatie om een ​​niveau van sociale bijdragen te handhaven dat voldoende is om de stijging van de kosten van pensioen, gekoppeld aan de vergrijzing te weerstaan. In het volgende nummer van onmagazine zullen we hier een specifiek dossier aan wijden.