23 Oct De wettelijke rendementen van de tweede pijler opheffen (22.10.13)
De gewaarborgde intresten op het pensioenkapitaal opheffen: het is niet de eerste keer dat men dit wil doen. Recent zou ook minister De Croo van Pensioenen zich in die zin hebben uitgesproken. Hij heeft dit snel ontkend daarna.
Waarover gaat het precies?
Momenteel waarborgt de wet een intrest van resp. 3,25 en 3,75% op de inbreng in het pensioenkapitaal naargelang het gaat om werkgevers- of werknemersbijdrage.
Fediplus heeft zich steeds voorstander getoond van het behoud en de verbetering van de eerste pijler, het wettelijk pensioen dus, dat een der belangrijkste pijlers moet blijven van een pensioenstelsel. Daarnaast zijn wij voorstander van de ontwikkeling van de tweede pijler die de eerste aanvult en die ons noodzakelijk lijkt omwille van de zwakke eerste pijler. De gewaarborgde intresten betekenen een belangrijke bescherming van die tweede pijler.
De minister van pensioenen zou in een noot, neergelegd bij de Nationale Arbeidsraad, hebben voorgesteld een intrestvoet te bepalen (minstens 2%) die de marktevolutie volgt en gebaseerd zou zijn op de intresten op de staatsobligaties van de Belgische staat op 10 jaar.
Ook de verzekeraars en de ondernemingen zijn voorstander van niet-vaste rentevoeten.
De minister heeft in een mededeling onderstreept dat het belangrijk is dat “de burgers een voldoende rendement ontvangen, vermits men anders het langetermijnsparen beter kan begraven. De sociale partners moeten een dialoog ingaan binnen de Nationale Arbeidsraad om oplossingen aan te brengen op dit vlak” (geciteerd in La Libre Belgique – wij vertaalden – van 13 september jl.)
Volgens ons dient de situatie onderzocht te worden in zijn geheel. De rendementsverplichting geldt voor de hele duurtijd van het contract en niet voor een bepaald jaar. Als vandaag de rendementen zwak zijn, is dit niet steeds zo geweest en dient dus op de lange termijn gerekend te worden.