06 Avr Een akkoord over de zware beroepen
Tot nu werden zware beroepen enkel meegerekend in de pensioenberekening van sommige ambtenaren, die dankzij het mechanisme van preferentiële tantièmes vroeger met pensioen kunnen gaan.
In het kader van de harmonisering van de pensioenstelsels, zullen de preferentiële tantièmes geschrapt worden en vervangen door het begrip “zware beroepen” (die gemeenschappelijk zullen zijn voor de drie pensioenstelsels).
De Ministerraad van 30 maart jongstleden heeft in een eerste lezing een voorontwerp van wet goedgekeurd die het kader voor de openbare sector bepaalt.
De definitieve teksten zouden tegen de zomer bekend moeten zijn, gevolgd door een overeenkomst voor de privé sector.
Opgelet, de kosten van deze hervorming zullen het eerste jaar niet hoger mogen uitkomen dan 40 miljoen euro, waarvan er 16 miljoen voorbehouden zijn voor de openbare sector en 24 miljoen voor de privé sector. Zal dit voldoende zijn ?
Ter herinnering, eind 2016 werden reeds 4 criteria bepaald om een zwaar beroep te bepalen :
1. fysiek zware arbeid.
2. onregelmatige werkuren (nachtwerk).
3. gevaarlijk werk (veiligheidsrisico).
4. Stress (mentale of emotionele druk).
Het vierde criterium kan alleen in overweging genomen worden als het gepaard gaat met een tweede criterium (1,2 of 3).
Wat zijn nu de gevolgen van deze nieuwe wetgeving?
Een hardwerkende werknemer kan beslissen om vroeger met pensioen te gaan, maar niet vóór zijn 60 jaar. Om na te gaan of de loopbaanvoorwaarde voor vervroegd pensioen is bereikt, worden er drie niveaus van loopbaanverhoging gedefinieerd : 5%, 10% of 15%. Het eerste niveau wordt toegekend wanneer aan één van de criteria is voldaan. Niveau 2 wordt toegekend indien men aan twee voorwaarden voldoet en het 3de niveau wanneer aan drie of vier criteria is voldaan.
Een werknemer die aldus een zwaar beroep uitoefent, zal dan kunnen genieten van een “bonus voor zware beroepen” die toegevoegd wordt aan het bedrag van zijn pensioen.
De sociale partners moeten het nu eens worden over wat die moeilijke taken zullen zijn. De aldus vastgestelde lijsten zullen het voorwerp uitmaken van een Koninklijk Besluit dat ter goedkeuring aan de Ministerraad zal worden voorgelegd.
Wat de speciale stelsels voor het leger en het personeel van de Nmbs betreft, deze zullen afgeschaft worden maar wel na een overgangsperiode van 20 jaar. De leeftijd voor vervroegd pensioen neemt dan geleidelijk aan toe van 55 naar 63 jaar.