Inkomensgarantie voor ouderen

De IGO, beheerst door de wet van 22 maar 2011 (voorheen de wet van 1 april 1969 over het gewaarborgd inkomen voor ouderen), is een voordeel afkomstig uit het stelsel van sociale bijstand, d.w.z. Dat er geen enkele bijdrage vereist is van de begunstigde.

Iedereen die de wettelijke pensioenleeftijd (65 jaar) bereikt heeft, kan aanspraak maken op deze IGO, in zoverre waarbij de som van de pensioenen en andere inkomsten lager is dan een bepaald bedrag. Men ontvangt dan een aanvulling op het pensioen of het integraal bedrag van een IGO, indien men geen enkel inkomen heeft.

De RVP start dan een onderzoek naar de bestaansmiddelen. Alle inkomsten en pensioenen die toekomen aan de begunstigde worden in aanmerking genomen. Sinds 1 januari 2014 houdt men eveneens rekening met de inkomsten van de echtgenoot of wettelijke partner die ingeschreven is op dezelfde hoofdverblijfplaats.

Bovendien moet men aan volgende voorwaarden voldoen.

  • Nationaliteit : IGO wordt toegekend aan personen van Belgische of Buitenlandse nationaliteit (evenals aan de familieleden en hun nabestaanden) waarvoor het recht op een ouderdoms- of overlevingspensioen wordt ontleend in een Belgisch stelsel of de Europese Economische Ruimte, een stelsel van een Europees Parlement en -Raad van 29 april 2004, betreffende de coördinatie van stelsels van pensioenverzekeringen. Dit geldt eveneens voor de personen die uit een land komen waarmee België een conventie heeft afgesloten met terugwerkende kracht of voor staatloze vluchtelingen.
  • Woonplaats : de persoon moet zijn hoofdverblijfplaats in België hebben. Men heeft de controles hierop sinds 2014 merkelijk opgedreven.

Een verblijf in het buitenland wordt toegestaan voor een beperkte periode van ± 30 dagen per jaar, zonder uitzondering. Bij overschrijding van deze termijn zal de inkomenssteun geschorst worden voor elke kalendermaand waarin de begunstigde niet ononderbroken in België verblijft en met verlies van rechten indien men meer dan 6 opeenvolgende maanden in het buitenland verblijft.

De begunstigde van de IGO die het Belgisch grondgebied verlaat, is verplicht om voorafgaandelijk de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) hiervan op de hoogte te brengen, met vermelding van de duur van zijn verblijf.

Aanvraag : Iedere aanvraag tot pensioen bij de wettelijke leeftijd (65 jaar) geeft aanleiding tot een onderzoek naar IGO en de RVP start ambtshalve een onderzoek.

Het bedrag van de IGO os momenteel vastgesteld op €1.011,70 bruto per maand voor een alleenstaande en € 671,41 bruto per maand voor een samenwonende, of de persoon die zijn hoofdverblijfplaats deelt met één of meerdere personen.

Indien U van mening bent dat U in aanmerking kan komen voor een IGO omwille van nieuwe elementen in uw dossier (adreswijziging, overlijden, scheiding,…) dan raden wij U aan om een aanvraag in te dienen bij de bevoegde instellingen.

Ter illustratie, een voorbeeld :

Wie als 65+er te weinig inkomsten heeft kan aanspraak maken op een aanvulling.

Dat is de kern van de reglementering van IGO, de Inkomensgarantie voor Ouderen.

Een voorbeeld: mijn oom heeft lang bij zijn broer op de boerderij gewerkt maar heeft daar nooit veel verdiend en er is ook weinig sociale zekerheid betaald. Op de pensioenleeftijd ontvangt hij een mager pensioentje van 350 euro.

Bij de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) of bij de gemeente doet mijn oom een aanvraag voor IGO. Men gaat dus bij de toekenning van het pensioen niet automatisch een IGO-dossier openen (wij dringen daarop aan omdat niet iedereen de mogelijkheden van IGO kent).

De RVP start dan een onderzoek naar de bestaansmiddelen, dit wil zeggen dat men nagaat of mijn oom nog andere inkomsten heeft: die inkomsten zal men berekenen en aftrekken van het maximale IGO. De inkomsten waarmee men rekening houdt zijn de pensioenen of de lonen, de inkomsten uit de verkoop van onroerende goederen, de inkomsten uit roerende goederen. Men kan IGO aanvragen als alleenstaande of dat doen voor meerderen, bvb een gezin of een familie, waarbij men met de inkomsten van alle aanvragers zal rekening houden (alleen de +65ers zullen voor IGO in aanmerking komen).

De berekening is vrij ingewikkeld: veronderstel dat iemand 15.000 euro op een spaarboekje heeft dan zal men 4% van dat bedrag als inkomst aanzien. Men neemt bvb ook 90% van de pensioenen of 75% van de lonen in aanmerking, enz. Er zijn bovendien nog vrijstellingen in de regeling ingebouwd.

Eens men een zicht heeft op die inkomsten gebeurt de berekening: men vertrekt van de maximale IGO, nl. 1011,70 euro bruto per maand als alleenstaande, of 674,41 als samenwonende. (01.09.2013)

Van dat bedrag wordt 90% van het pensioen afgehouden, in ons voorbeeld dus 315 euro. Ook met de 15.000 euro op het spaarboekje zal men rekening houden (15.000 – vrijstelling van 6.200) x 4% = 352 euro, enz. Al deze inkomsten zal men aftrekken van het maximale IGO en wat rest zal elke maand uitbetaald worden door de RVP.

Een van de andere voorwaarden die moeten vervuld zijn om op IGO aanspraak te kunnen maken is Belg zijn (maar ook staten lozen en vluchtelingen kunnen erop aanspraak maken), en zijn woonplaats in dit land te hebben (langere afwezigheden om gegronde redenen dienen aan de RVP te worden aangegeven).

Wie denkt in aanmerking te komen voor IGO kan voor verduidelijking nadere informatie vragen aan de federatie, en/of een aanvraag indienen via de gemeente.