26 Fév IGO : aanpassing van de wetgeving (26.02.2014)
Aanpassing van de wetgeving over de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO)
Het koninklijk besluit van 7 februari 2014, Belgisch Staatsblad 18 februari 2014, wijzigt het kb van 23 mei 2001 over de IGO-regeling en heft het kb van 5 juni 2004 op, waarbij bepaalde artikels uit de wet van 22 maart 2001 worden uitgevoerd.
Het koninklijk besluit :
– introduceert de notie van wettelijk samenwonende. Men spreekt dus niet meer van samenwonende personen maar wel van echtgenoot of wettelijk samenwonende. Men houdt dus geen rekening meer met andere personen die onder hetzelfde dak wonen dan de aanvrager noch met hun inkomsten.
– voorziet een meer efficiënte controle van de woonplaats in België. De gecontroleerde personen dienen zich persoonlijk en binnen 35 dagen die volgen op de datum waarop zij officieel het bewijs ontvingen van hun woonplaats, aan te bieden bij de gemeente-administratie van hun voornaamste woonplaats.
De woonplaatsverplichting is ook voorwaarde voor de toekenning van IGO. Indien de begunstigde meer dan zes maanden ononderbroken in het buitenland woont wordt de IGO opgeschort. Betrokkene zal een nieuwe aanvraag moeten indienen als hij/zij terug in België woont en de RVP zal een nieuw onderzoek naar de bestaansmiddelen uitvoeren.
– verbetert de mogelijkheden voor de begunstigden om aan het werk te blijven. Vandaar een vrijstelling van 5000 euro op de beroepsinkomsten die in aanmerking komen bij de vaststelling van IGO.
Het bonusbedrag zal voor 90% in rekening worden gebracht, juist zoals bij een pensioen.
– voorziet andere maatregelen in het kader van de strijd tegen de onrechtmatige betalingen. Een directe toegang tot de gegevensbanken van de FOD Financiën is voorzien. Hij is beperkt tot de gegevens noodzakelijk om de gegevens voor de toekenning van IGO te controleren.
Deze wijzigingen gelden vanaf 1 januari 2014.
Indien de IGO voor die datum is toegekend behouden de betrokkenen het toegekende bedrag tot het ogenblik waarop een herziening wordt beslist of op eigen vraag of als zich nieuwe elementen voor de berekening aandienen.