Ik heb geopteerd voor deeltijds werk. Wat zijn de gevolgen voor mijn pensioen?
Wie gewoon deeltijds werkt ziet de dagen die hij of zij effectief gewerkt heeft of die geassimileerd worden, “samengeperst” worden tot volledige dagen voor de berekening van het pensioen. De maximumlimiet is daarbij 312 dagen. Per jaar.
Indien u bijvoorbeeld een heel jaar halftijds heeft gewerkt en 9600 euro heeft verdiend in 1990, zal rekening gehouden worden met 312:2 = 158 volledige dagen en met 9600 euro voor dat jaar.
Indien u 300 dagen halftijds heeft gewerkt zal rekening gehouden worden met 300:2= 150 volledige dagen.
Indien u in het jaar 2000 gedurende 250 dagen halftijds heeft gewerkt en 62 geassimileerde dagen heeft, zal rekening gehouden worden met het aantal gewerkte dagen, nl. 250:2= 125 en met 62:2 = 31 dagen gelijkgesteld.
In het kader van een specifiek systeem met deeltijds werk kunnen zich meerdere situaties voordoen. Men kan:
- Een werknemer zijn met deeltijds werk en behoud van rechten met garantie-uitkering
Men kan onder dit systeem vallen wanneer men naast zijn of haar loon als deeltijds werknemer nog geniet van een bijkomende werkloosheidsuitkering voor de niet-gewerkte dagen, en dit ten laste van de RVA. Dit statuut bestaat sinds juni 1993. Voor deze werknemers is het aantal gelijkgestelde dagen onbeperkt.
Voorbeeld
U heeft 250 dagen gewerkt in 1989 en de individuele rekening vermeldt ook 280 dagen gelijkgesteld. De gegevens van de refertesector melden een tewerkstelling van 1317 uren per jaar terwijl de tewerkstelling voltijds in de onderneming overeenstemt met 1976 uren per jaar.
Het aantal gewerkt uren wordt samengedrukt als volgt:
(312 x 1317) : 1976 = 208 dagen
Het aantal gelijkgestelde dagen wordt als volgt samengedrukt:
(280 x 1317) : 1976 = 187 dagen beperkt tot (312 – 208) = 104 dagen.
- Een deeltijds werknemer met behoud van rechten maar zonder garantie-uitkering
Men heeft dit statuut wanneer men uitsluitend zijn of haar loon ontvangt en geen uitkering.
In dit geval wordt het aantal gelijkgestelde dagen beperkt tot 1560 in totaal voor de berekening van het pensioen.
Voorbeeld
Vanaf 1 januari 1999 vermelden de werkgegevens voor een werknemer een tewerkstelling van 1290 uren/jaar terwijl een voltijdse tewerkstelling in de onderneming 38 uur/week omvat (38 x 52 weken = 1976 uren/jaar. Dus:
Het aantal gewerkte dagen wordt als volgt samengedrukt: (312 x 1290) : 1976 = 204 volledige dagen.
312 – 204 = 108 dagen per jaar kunnen niet gelijkgesteld worden vanaf 1999.
Het krediet van 1560 dagen zal verdeeld worden tussen 1999 en 2012 als volgt:
Tewerkgestelde dagen: 204
Gelijkgesteld: 108 dagen gedurende 14 jaar: 14 x 108 = 1512 dagen krediet gebruikt
In 2013 zullen nog (1560 – 1512 ) = 48 dagen overblijven die gelijkgesteld kunnen worden.
Als de werknemer verder van dit statuut geniet zal er geen gelijkstelling meer zijn bij de berekening van zijn of haar pensioen in dit statuut.