Pensioenhervorming (08.04.2015)

Pensioenhervorming (08.04.2015)

De ministerraad keurt op voorstel van minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine en minister van Zelfstandigen Willy Borsus vier voorontwerpen van wet en een ontwerp van koninklijk besluit goed rond het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd, de voorwaarden voor het recht op vervroegd pensioen en het optrekken van de minimumleeftijd voor het overlevingspensioen in de drie pensioenstelsels.

Optrekken van de wettelijke leeftijd voor het rustpensioen Om het pensioensysteem op middellange en lange termijn te garanderen, benadrukt het regeerakkoord dat structurele hervormingen nodig zijn, zoals ondermeer het optrekken van de wettelijke pensioenleeftijd tot 66 jaar in 2025 en tot 67 jaar in 2030. De wettelijke pensioenleeftijd is op dit ogenblik 65 jaar. De ontwerpen die vandaag door de ministerraad zijn goedgekeurd geven uitvoering aan deze maatregel.

Verderzetten van de hervorming van het vervroegd pensioen Het regeerakkoord voorziet eveneens dat de leeftijd waarop men zijn vervroegd pensioen kan opnemen naar 62,5 jaar gebracht wordt in 2017 en naar 63 jaar in 2018. De loopbaanvoorwaarde wordt daarnaast verhoogd tot 41 jaar in 2017 en tot 42 jaar in 2019.  Voor wat betreft de uitzonderingen voor een lange loopbaan, wordt de loopbaanvoorwaarde vanaf 2019 opgetrokken tot 44 jaar om het pensioen te kunnen opnemen op de leeftijd van 60 jaar en tot 43 jaar om het pensioen te kunnen opnemen op de leeftijd van 61 jaar. De nieuwe maatregelen passen de voorwaarden voor het recht op vervroegd pensioen aan vanaf 2017.

Verderzetten van de hervorming van het overlevingspensioen Het regeerakkoord voorziet in een progressieve verhoging van de leeftijd waarop de langstlevende echtgenoot aanspraak kan maken op een overlevingspensioen. Deze leeftijd wordt zo van 50 jaar in 2025 naar 55 jaar in 2030 gebracht. Voor de rechthebbenden die deze minimumleeftijd niet bereikt hebben op het moment van het overlijden van hun echtgenoot is het stelsel van de overgangsuitkering van toepassing.

Overgangsuitkering Daarnaast wordt in het stelsel van de zelfstandigen gepreciseerd dat het minimumbedrag van de overgangsuitkering berekend wordt op basis van het bedrag van het minimumpensioen voor een overlevingspensioen. Tenslotte moeten, als gevolg van het invoeren in de drie wettelijke pensioenstelsels (werknemers, zelfstandigen en ambtenaren) van de overgangsuitkering als nieuwe uitkering ten behoeve van de langstlevende echtgenoten, bepaalde wettelijke bepalingen (verjaring, administratieve vereenvoudiging, …) die van toepassing zijn op het rust- en overlevingspensioen eveneens toepasbaar gemaakt worden op de overgangsuitkering.

De ontwerpen worden voorgelegd aan het sociaal overleg.

Bron: Presscenter.org