21 Août Wat is het antwoord van de Heer Bacquelaine ? (21/08/2015)
De minister van Pensioenen, Daniel Bacquelaine, werd door veel van onze leden ondervraagd over het gebrek aan vertegenwoordiging in het Nationaal Pensioencomite, als belangrijkste stakeholder.
Men heeft eveneens onze eisen voorgelegd ten aanzien van de solidariteitsbijdrage, de aanpassing van de pensioenen aan de welvaart en de indexsprong. We danken hen hiervoor en zullen niet nalaten het antwoord van de Minister te communiceren.
Dit soort van initiatieven zijn belangrijk, we moeten van ons laten spreken! De gepensioneerde heeft zijn plaats in de samenleving en dit moet verdedigd worden.
Maar laat ons positief denken, als de gepensioneerden niet vertegenwoordigd zijn in dit comité, zullen we worden uitgenodigd om deel te nemen aan werkgroepen. Dit is beter dan niets, we zullen zien of we uitgenodigd worden de komende weken.
Wat de indexsprong betreft, waarbij we eisen dat die niet wordt toegepast op de pensioenen, heeft de Minister ons toegezegd dat er een budget van 127 miljoen euro’s voorzien is voor een sociale steunmaatregelen, ook ten gunste van de gepensioneerden. De verdeling van dit bedrag is nog niet bepaald, omdat de index sprong ten vroegste in 2016 zal ingrijpen.
Maar waaruit zullen die sociale steunmaatregelen bestaan ? Geen idee, maar het is mogelijk dat de minimumpensioenen niet aangetast zullen worden.
Dit zal sowieso onvoldoende zijn. Als we de opheffing van de indexsprong voor gepensioneerden eisen is dit omdat deze gewoonweg een manier van besparen is op de kap van de gepensioneerden. Deze laatsten hebben geen verhoging van hun pensioen meer bekomen sedert december 2012, datum van de laatste indexering. In tussentijd steeg de roerende voorheffing, vervoersbewijzen, kosten van gezondheidszorg en vele anderen. Per definitie wordt het pensioeninkomen naar beneden getrokken terwijl het de bedoeling is van het mechanisme van indexering deze laatsten hun koopkracht te beschermen.
Bovendien zijn het niet de aanpassingen aan de uitkeringen aan het welvaartspeil van de sociale uitkeringen die de indexsprong kunnen compenseren. De rol van deze aanpassing is om de koopkracht van de gepensioneerden te behouden. Het probleem is nijpend voor de oudste pensioenen die tot de laagste behoren. Voor deze laatste is een aanpassing naar het welvaartspeil slechts een juiste correctie van een situatie uit het verleden waarin men bewust het pensioen niet (of heel weinig) heeft willen aanpassen. Sommigen onder ons kunnen zich gelukkig prijzen daar de pensioenen die aanvingen voor 1995 een verhoging bekomen hebben van 1% in september, maar dit compenseert van verre niet het verlies aan koopkracht. En bovendien, er zijn nog andere gepensioneerden die geen verhoging gekregen hebben.
Wat de intrekking van de Solidariteitsbijdrage betreft die we eisen, heeft de Minister er op gewezen dat hij steeds gepleit heeft voor de opheffing hiervan, omdat het opleggen van dergelijke bijdrage er in feite op neerkomt dat dat gepensioneerden twee keer betalen.
Het regeringsakkoord inzake bepaalt dat men rekening houdt met de parameters voor de berekening van de solidariteitsbijdrage. De minister stelt voor van zodra er budgettaire ruimte is, om nieuwe maatregelen voor te stellen om de impact van deze bijdrage te verminderen.
Het hoeft u niet te verwonderen dat we helemaal niet tevreden zijn met dit laconieke antwoord. We ijveren vanaf vandaag om een afspraak met de Minister te bekomen zodat we onze eisenbundel kunnen overmaken en zullen volhouden om druk uit te oefenen, samen met al onze leden.