In een onstabiele internationale context, met name gekenmerkt door een aanhoudende handelsoorlog, slaagt Wallonië erin een positieve economische koers te behouden. Terwijl Vlaanderen aan kop gaat met een voorspelling van 1,5% jaarlijkse groei tussen 2025 en 2029, voorspelt het IWEPS (een Waalse overheidsinstelling die zich bezighoudt met statistiek, evaluatie en prospectie in Wallonië) een groei van +0,9% voor Wallonië in 2025. Dit cijfer, dat bescheiden lijkt, is van bijzonder belang voor een regio die al enkele jaren probeert te herindustrialiseren en haar lokale economische weefsel te versterken. Dit geldt vooral voor het lot van oudere werknemers, de 55-plussers, wier professionele trajecten vaak worden verzwakt door de conjunctuur.

Stabiele groei: een gunstig signaal voor professionele trajecten aan het einde van de carrière

Deze vooruitgang van de Waalse economie kan worden geïnterpreteerd als een teken van veerkracht in een onzekere context. Voor de 55-plussers, van wie velen in transitie zijn tussen werk, omscholing en pensioen, is economische stabiliteit essentieel. Het biedt hoop op behoud van overheidsbeleid op het gebied van permanente vorming, begeleiding bij het vinden van werk, of hulp bij vervroegd pensioen.

De economische voorspelbaarheid werkt hier als een vorm van psychologische veiligheid: het vermindert de angst voor werkloosheid op late leeftijd, de erosie van de koopkracht of het mogelijke uitstel van het recht op vervroegd pensioen. Zelfs bescheiden, de verwachte groei voor 2025 is daarom een basis waarop late professionele trajecten, vaak niet-lineair, kunnen steunen.

Huishoudelijke consumptie: een economische motor die gedeeltelijk wordt gedragen door de 55-plussers

Een van de motoren van deze groei ligt in de soliditeit van de particuliere consumptie, die naar verwachting met 2% zal stijgen in 2024. Deze trend is gebaseerd op de daling van de inflatie, die de druk op vaste inkomens verlicht. Voor de 55-plussers vertaalt dit zich in een concrete verbetering van de koopkracht: minder druk op uitgaven voor eerste levensbehoeften, en meer ruimte voor uitgestelde aankopen of comfort.

Bovendien spelen senioren een steeds zichtbaarder economische rol. Ze consumeren lokaal, ondersteunen lokale handel, investeren in de renovatie van hun woning, nemen deel aan de economie van gezondheid en vrije tijd. In een regio waar de groei voornamelijk steunt op de binnenlandse vraag, fungeert deze bevolkingsgroep als een stabilisator.

Een arbeidsmarkt met beperkte vooruitgang: de 55-plussers nog steeds aan de rand

De groei van de werkgelegenheid in Wallonië, geschat op +0,4%, blijft zwak. Deze vooruitgang, hoewel positief, is niet voldoende om de structurele trends van de arbeidsmarkt voor oudere werknemers om te keren. Het werkgelegenheidspercentage van 55-64-jarigen in Wallonië blijft onder het Europese gemiddelde, ondanks het stimuleringsbeleid dat de afgelopen jaren is ingevoerd.

In veel gevallen blijven werkgevers terughoudend om oudere profielen aan te nemen, onder verwijzing naar verondersteld hoge loonkosten of een gebrek aan flexibiliteit. Deze voorstellingen blijven bestaan, terwijl werknemers van meer dan 55 jaar vaak waardevolle ervaring hebben, gehechtheid aan het bedrijf en onmiddellijke beschikbaarheid. Het zwakke dynamisme van de arbeidsmarkt maakt het nog niet mogelijk om deze troeven te waarderen.

Bovendien is de dynamiek van investeringen van Waalse bedrijven op korte termijn verdoofd, en de export blijft beïnvloed door de handelsoorlog evenals het verlies van kostenconcurrentievermogen.

Een budgettaire horizon onder druk: het sociaal beleid in vraag

Hoewel de stabilisatie van de inflatie en de lichte groei die wordt verwacht voor 2025 budgettaire verlichting brengen voor de Federatie Wallonië-Brussel, wijzen de projecties voor 2026 op een behoefte aan aanzienlijke inspanning. Dit perspectief zou kunnen wegen op sociale uitgaven, gezondheidszorg en integratie – cruciale sectoren voor senioren.

De 55-plussers zijn immers grotendeels betrokken bij het overheidsbeleid op het gebied van primaire gezondheidszorg, ondersteuning van autonomie, opleiding voor langdurig werklozen of overgangsregelingen naar pensioen. Een vermindering of herdefiniëring van dit beleid zou een bevolking die al geconfronteerd wordt met complexe professionele transities verder kunnen verzwakken.