Dat is wat Mexico net heeft voorgesteld voor bepaalde leerkrachten.
Mexico verlaagt de pensioenleeftijd van leerkrachten van 58 naar 53 jaar voor vrouwen en van 60 naar 55 jaar voor mannen tegen 2034. Deze hervorming, ondertekend door presidente Claudia Sheinbaum, betreft slechts een minderheid van leerkrachten (25 tot 30% van de ambtenaren) die vallen onder het "décimo transitorio"-regime, d.w.z. degenen die aangesloten zijn bij een voormalige pensioenregeling. De meerderheid van de leerkrachten blijft onder het Afores-regime, met een pensioenleeftijd vastgesteld op 65 jaar voor een volledig pensioen.
De hervorming, vergezeld van een salarisverhoging van 9%, zal tussen de 1,63 en 3,6 miljard euro kosten, gefinancierd door toekomstige generaties! Het zijn de jonge leerkrachten die deze hervorming zullen betalen door een verhoging van de bijdragen en een verplichting om met pensioen te gaan op 65 jaar om een volledig pensioen te krijgen.
Het is belangrijk te weten dat Mexicaanse pensioenen bescheiden zijn (ongeveer 200 tot 300 € gemiddeld), met een laag vervangingspercentage (29,6%) en een vergrijzende bevolking, volgens de Algemene Directie van de Schatkist.
Deze maatregel, die slechts ongeveer 25 tot 30% van de leerkrachten betreft, beantwoordt aan sterke vakbondsdruk en beoogt een onrechtvaardigheid te corrigeren die velen beschouwden als gecreëerd door de Calderón-hervorming van 2007, die het omslagstelsel (voordeliger voor de ouderen) had vervangen door een systeem van individuele kapitalisatie, dat als minder beschermend werd beoordeeld. Het verklaarde doel is een ongelijkheid te herstellen die door deze leerkrachten werd gevoeld, die hun recht achteraf hadden zien wijzigen door de hervorming van 2007, en hun carrière te waarderen door hen een eerder vertrek mogelijk te maken.
De regering rechtvaardigt deze hervorming als een verkiezingsbelofte en een antwoord op sociale mobilisatie, terwijl ze de carrière van de betrokken leerkrachten waardeert. Deze beslissing creëert echter een generatiekloof: jonge leerkrachten, gerekruteerd na 2007, blijven onderworpen aan een minder gunstig pensioenstelsel, met een vertrekleeftijd van 65 jaar en lagere pensioenen. Deze onbalans riskeert een gevoel van onrechtvaardigheid en verdeeldheid binnen het beroep aan te wakkeren, omdat jonge leerkrachten gedeeltelijk de pensioenen van de ouderen financieren zonder van dezelfde rechten te genieten. De hervorming wordt daarom waargenomen als sociaal en politiek gemotiveerd, maar potentieel een bron van interne spanningen.