Het Housing First-concept beschouwt huisvesting als een fundamenteel recht en biedt de meest kwetsbare langdurig daklozen onmiddellijk toegang tot huisvesting vanaf de straat. De voorwaarden? Ze moeten hun huur betalen en hun huurovereenkomst respecteren (die beperkt is in de tijd, om een rotatie van begunstigden mogelijk te maken). Naast de toegang tot huisvesting wordt er ook ondersteuning geboden om de begunstigde in staat te stellen in zijn accommodatie te blijven. Op de langere termijn is het de bedoeling dat ze weer onafhankelijke burgers worden, die hun rechten kunnen uitoefenen en een beroep kunnen doen op de reguliere ondersteuningssystemen. Het succespercentage? Meer dan 80%.
Het concept Housing First dook voor het eerst op in New York in de jaren 1990 onder leiding van Dr. Sam Tsemberis. Hij probeerde het toenmalige systeem te verbeteren: "gefaseerde" hulp bij huisvesting, d.w.z. geleidelijke ondersteuning die geleidelijk tot huisvesting leidde. In dit systeem moeten daklozen aan bepaalde regels voldoen voordat ze een woning kunnen krijgen. Tijdens de voorbereidende fase van de ontwikkeling van dit nieuwe model realiseerde Dr. Tsemberis zich dat er zich een aantal problemen voordeden:
- daklozen zitten vaak "vast" op een overloop en kunnen niet verder;
- de "gelaagde" werking werd gekenmerkt door een relatief hoog uitvalpercentage: 40-60% van de mensen verlaat deze diensten of wordt eruit gezet;
- de kosten van gefaseerde diensten zijn hoog en hun effectiviteit is vaak beperkt.
Dr. Tsemberis kwam tot de conclusie dat door fases over te slaan en eerst huisvesting en dan ondersteuning aan te bieden, het succespercentage enorm steeg. Het model werd vervolgens geëxporteerd naar andere delen van de wereld, met verbluffende resultaten: "in welk land ze ook worden uitgevoerd, Housing First stelt minstens 80% van de huurders in staat om na twee jaar in een woning te blijven". Zo'n succespercentage laat geen ruimte voor twijfel: dit beleid werkt. In Frankrijk werden de resultaten van een studie uitgevoerd door de Délégation Interministérielle à l'Hébergement et l'Accès au Logement (DIHAL) in het kader van het Un chez soi d'abord-programma in 2016 gepubliceerd in het European Journal of Homelessness. Het rapport dat is gepubliceerd door Housing First Guide Europe bevestigt deze trend en verwijst naar talrijke onderzoeken die zijn uitgevoerd in Denemarken, Finland, Nederland, Portugal, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. De resultaten zijn duidelijk:
- Housing First kost minder dan traditionele huisvestingssteun door positieve contacten gekoppeld aan het niet-gebruik van andere diensten;
- Housing First is effectiever dan traditionele hulp, omdat het voor minstens acht op de tien mensen een einde kan maken aan dakloosheid;
- Housing First is ethischer dan traditionele hulp.
Caroline Buxant, doctor in de sociale psychologie en coördinator van Housing First België, benadrukt de lage kostprijs van dit soort maatregelen en meent dat deze resultaten "adembenemend" zijn en dat "het einde van langdurige dakloosheid op straat binnen handbereik ligt via een ministerieel besluit". In een tweede artikel, twee jaar later gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Vie Sociale, benadrukt Buxant dat "de Housing First-praktijken werken in België".
De eerste institutionele implementatie van Housing First dateert van 2012, toen het tweede Federaal Plan Armoedebestrijding werd opgesteld. Artikel 76 voorzag in "de lancering van initiatieven geïnspireerd door de Housing First aanpak in de vijf grootste steden van het land", wat leidde tot een testfase van twee jaar in augustus 2013, verlengd tot 2016 om drie nieuwe steden op te nemen voor de lange termijn. Het resultaat? Na 2 jaar is 90% van de 141 zeer kwetsbare huurders die door de projectteams werden opgevolgd, nog steeds woonachtig en hebben ze zich hun nieuwe woning eigen gemaakt. Zonder het Housing First programma zou slechts 48% van de 137 daklozen erin geslaagd zijn een woning te vinden, zou 29% nog steeds dakloos zijn en zou bijna 20% in een instelling verblijven.
Met zulke overtuigende resultaten moet je je afvragen waar Housing First staat in België. In 2018 was het Bergen dat het avontuur aanging. Met een behoudsgraad van 89% in Namen, 90% in Luik en 88% in Charleroi (enkele jaren eerder gelanceerd), overtuigde Bergen de subsidiërende overheden om €145.000 per jaar te garanderen om 25 mensen gedurende drie jaar te herhuisvesten. Het moeilijkste moet echter nog komen: Namen lijdt onder een accuut gebrek aan financiële middelen. Op dat moment vertoonde de Naamse structuur een tekort van 20.000 euro. Volgens Coralie Buxant is de Waalse regering te aarzelend. In feite waren veel lokale overheden en privé-eigenaars bereid om onderdak te bieden. De financiering van de steun was het probleem.
En in Brussel? In 2018 steeg het budget van €420.000 in 2015 naar €1.420.000 in 2018, verdeeld over vier structuren, met een behoudsgraad die 95% benadert. Tegen het einde van 2022 waren meer dan 20 mensen in een van deze voorzieningen terechtgekomen, met een behoudsgraad die nog nooit zo hoog was geweest. Volgens Samu Social leefden er in Brussel nog 5.000 mensen op straat. De uitdaging is enorm, maar de middelen zijn er!