Men weet dat pensioenen en andere sociale uitkeringen worden aangepast aan de stijging van de levensduurte via een aanpassing aan de index van de consumptieprijzen.
Om te weten of de uitkeringen stijgen heeft men een spilindex bepaald : eens de consumptieprijzen die spil overschrijden gaan de uitkeringen met 2% omhoog.
Dit is het geval sinds 1 november 2023.
Ook de gewaarborgde minimumpensioenen gaan de hoogte in :
het gehanteerde bedrag van het minimumpensioen is dat voor iemand die 45 jaar loopbaan heeft (wie die loopbaan niet heeft kan onder bepaalde voorwaarden een proportioneel minimumpensioen ontvangen): voor werknemers en zelfstandigen bedraagt het op 1 november 2023 1703,12€ bruto per maand als alleenstaande, en 2128,23€ tegen gezinsbedrag ; de index is nu 172,61.
Ook het bedrag van het overlevingspensioen stijgt, en wel tot 1680,36€ bruto per maand.
Het minimumpensioen voor gepensioneerde ambtenaren bedraagt thans 1718,26€ per maand bruto als alleenstaande en 2147,84€ als gezinspensioen. Pensioenen wegens fysieke ongeschiktheid volgen dezelfde trend en kennen hetzelfde bedrag. Het overlevingspensioen of de overgangsuitkering bedraagt voortaan 1643,14€ bruto per maand.
Voor meer details en uitleg kan men bij Fediplus terecht (gratis voor leden)
Blijf op de hoogte van de laatste pensioentrends en financiële strategieën.