Een systeem onder druk

De vergrijzing is geen toekomstscenario meer: het is de realiteit van vandaag. Ons pensioenstelsel moet steeds meer gepensioneerden dragen, met steeds minder werkenden per actieven. Om het vertrouwen te herstellen en de intergenerationele solidariteit te waarborgen, heeft de regering daarom een diepgaande hervorming doorgevoerd, gebaseerd op één eenvoudig principe: meer rechten voor daadwerkelijk verrichte arbeid.
 

Het doel:

●       de regels transparanter maken,

●       langer werken aanmoedigen,

●       de stelsels van werknemers, zelfstandigen en ambtenaren harmoniseren,

●       de billijkheid en de financiële duurzaamheid versterken.


De eerste wijzigingen treden in vanaf 2026, en de belangrijkste structurele hervormingen vanaf 2027.

Wat verandert er voor ambtenaren: een historische koerswijziging

Verhoogde leeftijdsgrenzen (militairen en rijdend personeel NMBS)

De vroegere “historische” vervroegde uittredingen verdwijnen geleidelijk. Militairen zien hun leeftijd verhoogd met één jaar per geboortejaar (1971 = 57 jaar; 1972 = 58 jaar; enz.).

Het rijdend personeel van de NMBS krijgt te maken met een verplichte uitstelperiode die kan variëren van 1 tot meerdere jaren, afhankelijk van de eerste mogelijke vertrekdatum.

Hervorming van de diensttijdbonificaties

Militairen blijven genieten van een bonificatie van +2 jaar voor loopbaan en berekening. Maar het luchtvaartpersoneel, dat tot +12 jaar kon krijgen voor de berekening van het bedrag, ziet deze bonificatie geleidelijk verminderd tot volledige afschaffing.

Referentiewedde: naar een basis over 45 jaar

Het pensioen van statutairen wordt niet langer berekend op de 10 beste laatste jaren, maar op 11 jaren in 2027, vervolgens +1 jaar per geboortejaar, om in 2062 uit te komen op 45 jaren.
Specifieke overgangsregelingen bestaan voor HR Rail en het leger, met aangepaste schema’s.

Einde van de preferentiële tantièmes

Vanaf 1 januari 2027 verdwijnen de tantièmes 1/48, 1/50 en 1/55 voor de na 2026 gepresteerde jaren. Ambtenaren stappen over naar tantième 1/60 (zoals alle werknemers). De verworven rechten blijven volledig behouden voor de eerdere jaren.

Vermindering van de verhogingscoëfficiënt

Sommige categorieën konden na 40 loopbaanjaren vertrekken dankzij coëfficiënt 1,05. Vanaf 2027 wordt deze verlaagd tot 1, behalve voor het verplicht onderwijs, actieve diensten, operationele politie en brandweer. Voor hen wordt de coëfficiënt geleidelijk verlaagd tot 1,025 in 2031.

Eindeloopbaan: beperkingen en ruime overgangsmaatregelen

Vanaf 2027 worden afwezigheden in het kader van eindeloopbaanregelingen slechts voor maximaal 2 kalenderjaren meegeteld. Uitzonderingen bestaan voor afwezigheden wegens zorg of opleiding vanaf 1 januari 2027, die zullen meetellen als een “reële duur van 24 maanden”.

Deze ruime overgang beschermt ambtenaren die op 31/01/2025 reeds in eindeloopbaan zijn, zij die vóór 01/02/2025 een aanvraag indienden, en zelfs zij die dit deden vóór publicatie van de wet.

Dit garandeert de datum van pensionering… maar niet noodzakelijk het bedrag. Het pensioenbedrag wordt namelijk berekend op basis van de regels die golden op het moment van de aanvraag.

Afschaffing van de perequatie (2026)

De perequatie van statutaire ambtenarenpensioenen verdwijnt. Herwaarderingen verlopen voortaan via de welzijnsenveloppe, geharmoniseerd met die van werknemers en zelfstandigen.

Einde van het statutaire ziektepensioen (1 april 2026)

Geen enkele ambtenaar kan nog wegens ziekte met pensioen worden gestuurd. De regering hoopt hiermee de verantwoordelijkheid van publieke werkgevers te verhogen, preventie en re-integratie te versterken en dit systeem te vervangen door een invaliditeitsverzekering gelijkgesteld met de privésector.

Transversale maatregelen voor de drie stelsels

Geharmoniseerde loopbaanvoorwaarde: minimum 156 dagen/jaar

Een jaar telt voor vervroegd pensioen enkel indien het:

●       156 dagen,

●       of 6 maanden,

●       of 2 kwartalen arbeid of gelijkgestelde dagen omvat.


Dit geldt ook voor jaren vóór 2027.

Voor het eerste loopbaanjaar blijft de drempel 104 dagen, om “verloren jaren” te vermijden.

Nieuwe toegangspoort: vervroegd pensioen op 60 jaar na 42 loopbaanjaren

Geldig voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. Voorwaarde: deze 42 jaren moeten minstens 234 gewerkte dagen/jaar bevatten (¾-tijd).

Moederschapsverloven (ruim begrepen) en tijdelijke werkloosheid blijven gelijkgestelde periodes.

Bonus-malus: het pensioenbedrag varieert volgens de reële arbeidsinspanning

De bonus-malus gaat in op 1 januari 2027 (en niet op 1 januari 2026). Ze zijn niet automatisch van toepassing.

Malus wanneer:

U vervroegd vertrekt én uw loopbaan voldoet niet aan beide voorwaarden:

●       35 jaren met minstens 156 effectief gewerkte dagen/jaar,

●       én een totaal van 7 020 gewerkte dagen.


Bonus wanneer:

U na de wettelijke pensioenleeftijd vertrekt én uw loopbaan 35 jaren van 156 gewerkte dagen omvat, voor een totaal van 7 020 dagen.

Percentages per geboortejaar

Malus per jaar vervroeging:

●       0%: geboorte ≤ 1960

●       2%: 1961-1965

●       4%: 1966-1974

●       5%: ≥ 1975


De malus geldt enkel op het vervroegde deel, en is definitief: de pensioenuitkering stijgt niet opnieuw bij het bereiken van de wettelijke leeftijd.

Bonus per jaar uitstel:

●       2%: geboren vóór 1963

●       4%: 1963-1972

●       5%: ≥ 1973


Corrigerende maatregelen

Om te vermijden dat wie langdurig arbeidsongeschikt was, een malus zou oplopen bij vervroegd pensioen, worden alle periodes van langdurige ziekte volledig gelijkgesteld.

Sommige beroepen (dokwerkers, artiesten, vissers) krijgen een speciale gelijkstelling.

Meewerkende echtgenoten en onthaalouders krijgen een proportionele vermindering van de voorwaarden, zodat zij niet worden benadeeld door omstandigheden buiten hun controle.

 

Wat betekent dit voor de werknemers

Drie sterke tendensen

  1. Reële arbeid wordt de sleutel tot het pensioen

Elke gewerkte dag weegt zwaarder in:

●       de loopbaanvoorwaarde,

●       het vervroegd pensioen,

●       de bonus-malus.


  1. De stelsels groeien naar elkaar toe

    Werknemers, zelfstandigen, ambtenaren: de regels convergeren om historische ongelijkheden te verkleinen.


  2. Eindeloopbanen worden strikter omkaderd

    Lange gelijkgestelde periodes, gunstregimes en vroegtijdige uitstappen worden uitzonderingen.


Een nieuw pensioenlandschap

Deze hervorming markeert een duidelijke breuk: meer rechten voor reële arbeid, minder statutaire voordelen, en meer coherentie tussen de stelsels.

Voor zowel werknemers als werkgevers – publiek en privé – worden twee prioriteiten essentieel:

  ➤ anticiperen, omdat de voorwaarden strenger worden en de gevolgen groter,
  ➤ een echte eindeloopbaanstrategie opbouwen om sancties of verlies van rechten te vermijden.

In de praktijk zal begeleiding vaak nodig zijn om deze complexe regels te vertalen naar individuele beslissingen: optimale vertrekdatum, financiële impact, keuze tussen doorwerken, stoppen of de loopbaan optimaliseren.

Daarbij kunt u rekenen op Fediplus.