De Belgische regering staat op het punt het sociale landschap van het land grondig te hervormen met een reeks onderling verbonden hervormingen die tegelijkertijd langdurig zieken, het pensioenstelsel en de rol van de ziekenfondsen raken. Centraal in deze transformatie: de uitgesproken doelstelling om een deel van de 300.000 mensen die momenteel langdurig arbeidsongeschikt zijn, terug aan het werk te krijgen, terwijl de overheidsuitgaven onder controle worden gehouden. 

Het Vandenbroucke-project: 100.000 dossiers onder de loep 

Frank Vandenbroucke, minister van Volksgezondheid, kondigt zonder omwegen zijn voornemen aan om ongeveer 100.000 dossiers van langdurig zieken onder de loep te nemen. Het doel is tweeledig: de factuur verlagen en tegelijkertijd betekenis teruggeven aan het professionele traject van deze mensen die vaak in de limbo van de invaliditeit blijven hangen tot aan hun pensioen. 

"Het voorgestelde jaarlijkse onderzoek heeft tot doel het contact te herstellen en een specifieke medische opvolging te garanderen", legt de omgeving van de minister uit, die inzet op een collaboratieve benadering waarbij ziekenfonds, behandelende arts, arbeidsarts, werkgever en patiënt betrokken zijn. Een benadering die geïndividualiseerd wil zijn, gecentreerd op de persoon, om te voorkomen dat het om een eenvoudige administratieve controle gaat. 

Een tweesnijdend zwaard 

Aan de basis van deze hervorming vinden we een onverbiddelijke logica: veel mensen blijven vandaag in de limbo van de invaliditeit tot aan hun pensioen, zonder dat enige medische blik hun situatie herbeoordeelt. In plaats van dit initiatief volledig af te wijzen, zou een geïndividualiseerde begeleiding het verschil kunnen maken tussen een eenvoudige administratieve controle en een echt reïntegratieproject. Voor zover deze gerespecteerd wordt! We kunnen ons moeilijk voorstellen dat mensen met ongeneeslijke ziekten of aandoeningen "terug aan het werk worden gezet". Laten we ook prioriteit geven aan echte communicatie tussen behandelende artsen en de autoriteiten die belast zijn met de herbeoordeling van het dossier: nutteloos om een persoon te herbeoordelen als alle informatie al beschikbaar is bij de huisarts die de patiënt behandelt. Een herbeoordeling? Ja, maar intimidatie, nee. 

Vakbonden in staat van paraatheid 

Vakbondsorganisaties zoals het ACV gaan er niet omheen: zij vrezen dat bepaalde zieken te snel geschikt voor het werk worden verklaard, ten koste van hun werkelijke gezondheidstoestand. Een vrees die des te legitiemer is omdat oudere werknemers vaak meerdere chronische pathologieën cumuleren en een beperkt aanpassingsvermogen hebben tegenover de veranderingen in de professionele wereld. 

Michel Wuyts, directeur van Fediplus, stelt de centrale vraag: "Wie zal deze 100.000 mensen evalueren, en volgens welke criteria? Wij bevelen aan deze missie toe te vertrouwen aan onafhankelijke experts, opgeleid in de begeleiding van chronische ziekten bij senioren. Zieke oudere werknemers te vroeg aan het werk duwen, of zonder aangepaste begeleiding, leidt tot terugval, herhaalde onderbrekingen en zwaardere zorgtrajecten — allemaal extra kosten voor de overheidsfinanciën en de bedrijven". Zoals we onlangs hebben onderstreept, treffen chronische ziekten oudere werknemers disproportioneel. Het garanderen van een aangepast reïntegratietraject zou het verschil kunnen maken tussen een menselijke hervorming en een eenvoudige boekhoudkundige oefening. 

De blinde vlek van de regering: werkgevers overtuigen 

Hier wringt de schoen het meest: de hervorming zet in op reïntegratie zonder echt uit te leggen hoe ze bedrijven wil overtuigen hun deuren te openen voor deze bijzondere profielen. Want langdurig arbeidsongeschikte senior werknemers cumuleren twee handicaps op de arbeidsmarkt – aan de ene kant de leeftijd, aan de andere kant de gezondheidsbeperkingen, met bovendien een lange periode van inactiviteit. 

De vergelijking lijkt formidabel. Hoe kan een vijftiger die al meerdere jaren uit het professionele circuit is, met specifieke medische beperkingen, zijn plaats terugvinden in een arbeidsmarkt die al niet erg mild is voor gezonde senioren? Wie zal de noodzakelijke werkpostenaanpassingen financieren? Hoe zal men werkgevers aanmoedigen mee te spelen? 

Van regeringszijde? Radiostilte: geen begeleidingsplan voor bedrijven werd onthuld, evenmin als stimuleringsmaatregelen om de rekrutering van deze complexe profielen aan te moedigen. Zonder aanpassing van werkposten riskeert deze hervorming echter uit te groeien tot een grote administratieve stoelendans — men haalt mensen uit de invaliditeit zonder hen echte professionele perspectieven te bieden. 

Een controversiële pensioenhervorming 

Parallel hieraan heeft de regering-De Wever in eerste lezing een uitgebreide pensioenhervorming aangenomen die een malus introduceert voor vervroegde pensionering. Volgens het project van minister Jan Jambon (N-VA) zou vervroegd pensioen mogelijk zijn vanaf 60 jaar met 42 loopbaanjaren, maar een malus zou elke persoon treffen die geen 35 jaar effectief werk kan rechtvaardigen. 

Tegenover de kritiek werd een "ziektecorrectie" toegevoegd om de malus te verzachten voor wie periodes van langdurige ziekte heeft gekend. Maar voor ABVV en ACV is dit correctief slechts "klatergoud" om de contestatie te sussen tegenover "bijzonder onrechtvaardige projecten". 

De berekening van de ziektecorrectie 

Het mechanisme deelt het aantal ziektejaren door het aantal loopbaanjaren, vermenigvuldigt vervolgens het resultaat met de extra jaren die nodig zijn om de malus te vermijden. Een complexe berekening die volgens de vakbonden slechts gedeeltelijk de onrechtvaardigheid van het systeem compenseert. 

De vakbonden houden de druk op met een nationale betoging gepland op 14 oktober 2025 in Brussel, om de "ongeziene aanval tegen de pensioenen" aan te klagen. Het mechanisme voorziet ook in een vermindering van de gelijkgestelde periodes (plafond teruggebracht van 40% naar 20%). Minister Jan Jambon relativeert echter: "de discussie is niet gesloten", geeft hij aan. 

Ziekenfondsen onder financiële druk 

Om dit beleid van terugkeer naar werk te begeleiden, wil de regering ook de ziekenfondsen financieel "verantwoordelijk maken". Xavier Brenez, directeur-generaal van de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, maakt zich zorgen over de werkelijke capaciteiten van het systeem om zo'n transformatie op te vangen. 

Met momenteel 525.000 langdurig zieken en 450.000 nieuwe arbeidsongeschiktheidsdossiers per jaar, worden de ziekenfondsen al geconfronteerd met dezelfde personeelstekorten als de hele zorgsector. Zoals Brenez uitlegt in een interview voor De Tijd: "Men kan definiëren wat men wil op papier, als de begeleidingscapaciteiten voor zieken niet beschikbaar zijn, zal de hele keten vastlopen." 

Tussen pragmatisme en billijkheid 

Deze sociale revolutie roept fundamentele vragen op over het evenwicht tussen budgettaire beheersing en bescherming van de meest kwetsbaren. Het stappenplan onthult alle complexiteit van de oefening: het vraagt transparantie van procedures, beroepsmogelijkheden voor personen die ongeschikt worden geacht voor reïntegratie, en vooral een "constructieve dialoog" tussen alle betrokken actoren — autoriteiten, ziekenfondsen, patiëntenverenigingen en sociale partners. 

Achter de 100.000 te herbeoordelen dossiers en de malusformules schuilt een breder uitdaging: ons collectieve vermogen om kwetsbare personen waardig te begeleiden naar een realistische professionele reïntegratie, terwijl rechtvaardige pensioenen worden gegarandeerd. Een ambitieuze uitdaging, zeker, maar die weinig ruimte laat voor improvisatie. 

Het succes van deze transformatie zal grotendeels afhangen van het vermogen van de regering om verder te gaan dan de eenvoudige boekhoudkundige logica om een echt economisch relanceproject op te bouwen, respectvol voor personen en sociaal efficiënt. Want verder dan de verwachte besparingen gaat de toekomst van het Belgische sociale model dat op het spel staat in deze onderling verbonden hervormingen.