De rekensom was onhoudbaar geworden. Terwijl de regering de duimschroeven aandraait voor vervroegde pensioenen via de hervorming-Jambon, behielden de Belgische parlementairen een bijzonder genereus systeem waarvan de excessen uiteindelijk aan het licht zijn gekomen. De onthullingen over de overschrijdingen van het plafond-Wijninckx - tot 20% boven de toegestane 93.760,79 euro bruto per jaar - hebben een hervorming bespoedigd die de uitvoerende macht niet langer kon uitstellen. "Als de pensioenen van parlementairen niet op een even drastische manier worden rechtgezet, zullen we gewoonweg de pensioenen van werknemers niet hervormen", verklaarde volksvertegenwoordiger Anja Vanrobaeys (vrt.be).
Het ingezette arsenaal is erop gericht de ontsnappingsroutes te sluiten die voormalige verkozenen in staat stelden hun voordelen te maximaliseren:
Het plafond-Wijninckx wordt onaantastbaar. Vastgesteld op 7.813,40 euro bruto per maand, geldt het voortaan zonder uitzondering of tolerantie voor historische overschrijdingen.
Het vakantiegeld wordt in de berekening opgenomen. Deze premie, tot nu toe uitgesloten van het plafond, zal meegerekend worden, waardoor de manoeuvreerruimte mechanisch verkleind wordt.
FOD Pensioenen wordt medebestuurder. Elke instantie zal een overeenkomst moeten sluiten met de federale dienst om dossiers te controleren en nieuwe afwijkingen te voorkomen.
Deze herordening komt in een explosieve context. De partij Vooruit heeft een ondubbelzinnig ultimatum gesteld: geen hervorming van de pensioenen van werknemers zonder gelijkwaardige hervorming voor parlementairen. Volksvertegenwoordiger Anja Vanrobaeys was direct: "Als de pensioenen van parlementairen niet op een even drastische manier worden rechtgezet, zullen we gewoonweg de pensioenen van werknemers niet hervormen."
De politieke vergelijking is duidelijk: de maatschappelijke aanvaardbaarheid van een pensioenhervorming ging via het voorbeeldgedrag van de verkozenen. De aangenomen maatregelen vormen dus minder een revolutie dan een reddingsoperatie voor de regeringscredibiliteit over een dossier waar elke euro telt in de publieke opinie.